Zorgplicht notaris
Mag je als notaris een geldverstrekker wijzen op ontbreken van enige zekerheid?
03 juli 2020
Een notaris heeft een notariële zorgplicht tegenover alle betrokken partijen in een transactie. Dit houdt onder meer in dat je als notaris de betrokkenen moet voorlichten over de inhoud van de afspraken en moet wijzen op eventuele gevolgen en risico’s daarvan. Deze zorgplicht geldt ook tegenover een geldverstrekker, zoals laatst aan de orde is geweest bij de tuchtrechter voor notarissen.
Wat speelde er?
Een notaris heeft twee akten van geldlening gepasseerd, waarin is opgenomen dat X-B.V. een geldbedrag heeft geleend. Nadat de notaris informatie heeft gegeven is er als zekerheid voor de terugbetaling van de geldlening een pandrecht gevestigd op de aandelen die A heeft in X-B.V. Vervolgens heeft A een tuchtzaak tegen de notaris aangespannen.
De notaris heeft toen opgeworpen of de partijen zich bewust waren van het ontbreken van enige zekerheid voor de terugbetaling van geldlening en de daaraan verbonden risico’s.
Partijnotaris
A meent dat de notaris als partijnotaris is opgetreden voor de geldverstrekker. In de concept-geldleningsovereenkomst, opgesteld door de gemachtigde van A, was namelijk tot zekerheid voor de terugbetaling van de geldlening een inspanningsverplichting opgenomen om een tweede pandrecht te vestigen op de aandelen van A in Y-B.V. Deze verplichting kan echter niet juridisch worden afgedwongen, aangezien voor de vestiging van het tweede pandrecht de toestemming van de eerste pandhouder is vereist.
De notaris heeft toen opgeworpen of de partijen zich bewust waren van het ontbreken van enige zekerheid voor de terugbetaling van geldlening en de daaraan verbonden risico’s. In dat kader heeft de notaris aan de betrokkenen voorgesteld om direct een pandrecht te vestigen op de aandelen in X-B.V.
Wat was het oordeel van de tuchtrechter?
De Kamer heeft de klacht van A ongegrond verklaard. De inspanningsverplichting in de conceptakte gaf geen zekerheid dat er ook daadwerkelijk een tweede pandrecht op de aandelen van de andere B.V. zou worden gevestigd. De notaris heeft in deze situatie partijen voldoende voorgelicht over de inhoud van de akte en de eventuele gevolgen. Ook heeft de notaris voldoende oog gehad voor de belangen van beide partijen. Er is niet gebleken dat de notaris het belang van één partij boven die van de ander heeft gesteld.
De Kamer heeft nog opgemerkt dat de notaris achteraf juist een verwijt had kunnen worden gemaakt als de notaris niet was nagegaan bij de geldverstrekker of hij zich bewust was van het ontbreken van enige zekerheid bij het verstrekken van de leningen en de daaraan verbonden risico’s.
De notaris heeft de geldverstrekker terecht gewezen op het ontbreken van enige zekerheid.
Vragen?
Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen? Neem gerust contact op met ons team vastgoed.
Bron: Notamail 14 februari 2020 en Kamer voor het Notariaat in het ressort Amsterdam 15 augustus 2019 (TNORAMS:2019:16)