Tegenstrijdig belang door persoonlijk belang bij een stichting. En dan?
9 december 2020
Het bestuur van een stichting bestaat vaak uit meerdere leden. Op die manier kunnen de leden elkaar immers bijstaan met advies en kunnen de leden elkaar controleren. Heeft één van de bestuurders een persoonlijk belang bij een bestuursbesluit van de stichting? Er kan in dat geval sprake zijn van een tegenstrijdig belang, namelijk het persoonlijk belang van de bestuurder zelf tegenover het belang van de stichting. In zo’n geval bepalen de statuten vaak of en hoe dit bestuursbesluit genomen kan worden. Bijvoorbeeld doordat de bestuurder met het tegenstrijdige belang niet deelneemt aan de beraadslaging in de vergadering waarin het besluit wordt genomen. Deze bestuurder moet dan voor dat gedeelte van de vergadering de kamer verlaten.
Wat als het bestuur van de stichting maar uit één persoon bestaat?
Het komt ook voor dat het bestuur van een stichting maar uit één persoon bestaat. Als er dan een tegenstrijdig belang is, dan is er geen medebestuurder om het besluit alsnog te nemen.
Voor stichtingen is het (nog) niet verplicht om in de statuten een bepaling op te nemen voor de situatie dat er sprake is van een tegenstrijdig belang. Wordt er een besluit genomen terwijl er sprake is van een tegenstrijdig belang? Dan is het besluit in beginsel gewoon geldig.
“Voor stichtingen is het (nog) niet verplicht om in de statuten een bepaling op te nemen voor de situatie dat er sprake is van een tegenstrijdig belang.”
Hoe denkt de rechtbank over tegenstrijdig belang binnen een stichting?
De rechtbank Rotterdam heeft op 26 augustus een uitspraak gedaan in een zaak waar sprake was van een tegenstrijdig belang bij een stichting met maar één bestuurder.
Volgens de statuten hadden bestuurders geen recht op een beloning voor hun werk als bestuurder. X was voor een lange periode de enige bestuurder van de stichting. Gedurende die tijd heeft X meerdere bedragen ontvangen van de stichting, in totaal zo’n € 60.000. Volgens X was dit geen bestuursbeloning maar ging het om betaalde advieswerkzaamheden, welke hij in opdracht van de stichting aan zichzelf had verleend.
Na het aftreden van X als bestuurder kwamen de bedragen die X van de stichting had ontvangen aan het licht. Het nieuwe bestuur van de stichting sprak vervolgens X aan op de ontvangen bedragen. Volgens het nieuwe bestuur was er geen sprake van een opdracht aan X om advieswerkzaamheden te verrichten. De betalingen waren daarom volgens dit bestuur een verboden beloning aan X.
Toen X aftrad als bestuurder heeft hij zichzelf als de enige bestuurder décharge verleend. Décharge is het verlenen van kwijting aan het bestuur voor het gevoerde beleid.
Hier was duidelijk sprake van een tegenstrijdig belang. X verleende namelijk zichzelf als bestuurder namens de stichting kwijting. De statuten van de stichting bepaalden echter niets over een tegenstrijdig belang.
X beargumenteerde dat, omdat er aan hem décharge was verleend, hij niet langer aangesproken kon worden voor deze bedragen.
Wat was het oordeel van de rechtbank?
De Rechtbank was het niet eens met dit argument van X. Ondanks dat er statutair geen ‘tegenstrijdig belang bepaling’ was opgenomen speelde hier de redelijkheid en billijkheid. De Rechtbank oordeelde dat zonder twijfel sprake is van strijd met de redelijkheid en billijkheid als een bestuurslid alleen een besluit tot décharge en finale kwijting aan zichzelf als bestuurslid neemt.
Met betrekking tot de betalingen oordeelde de Rechtbank als volgt. Het is logisch dat een bestuur een overeenkomst met één van de bestuurders schriftelijk vastlegt, bijvoorbeeld in notulen. Dat is zeker het geval als het gaat om een betaling aan een bestuurder terwijl in de statuten expliciet staat dat het bestuur geen recht heeft op een beloning. X had dit niet gedaan.
De Rechtbank volgde daardoor de stelling van het nieuwe bestuur van de stichting. X mag nog wel tegenbewijs aanleveren.
Wat is de belangrijk les hieruit?
Ben je bestuurder van een stichting of overweeg je een stichting op te richten? Het is dan belangrijk om stil te staan bij de mogelijkheid van een tegenstrijdig belang bij besluiten van het bestuur.
Naar verwachting treedt begin 2021 een wet in werking die het voor de stichting verplicht stelt om een bepaling voor tegenstrijdig belang op te nemen in de statuten. Ik help je hier graag bij.