Als zekerheid voor de terugbetaling van een lening, bijvoorbeeld een lening die je bent aangegaan om aandelen te kopen, kan een pandrecht worden gevestigd. Als je een pandrecht op aandelen vestigt, moet je goede afspraken maken met de pandhouder (dat is degene die jou het geld heeft geleend) over de voorwaarden van het pandrecht. Een pandrecht kan alleen op de aandelen worden gevestigd als de statuten van de BV dat toestaan.
Wie heeft het stemrecht
In de pandakte moet je afspreken met de pandhouder wie het stemrecht op de aandelen heeft. Meestal wordt afgesproken dat jij als aandeelhouder zelf stem uit mag blijven brengen, maar dat de pandhouder het stemrecht naar zich toe mag trekken in bepaalde gevallen. Dat is bijvoorbeeld als jij je niet aan de afspraken houdt, als de BV failliet gaat of in andere situaties waarin de pandhouder zeker wil zijn dat de aandelen hun waarde behouden.
Als de pandhouder geen stemrecht heeft, heeft hij meestal ook geen recht om bij de aandeelhoudersvergadering aanwezig te zijn (vergaderrecht).
De statuten van de BV bepalen welke afspraken je over stemrecht en vergaderrecht kunt maken.
Wie heeft het recht op de winst
Je moet ook afspraken maken over aan wie de winst op de aandelen toekomt. Vaak wordt in de akte opgenomen dat de winst aan de aandeelhouder zelf wordt uitgekeerd, tenzij de rente en aflossing van de lening niet betaald worden. In dat geval wil de pandhouder zeker weten dat de winst op de aandelen aan hem toekomt, zodat de rente en aflossing daaruit voldaan kunnen worden.
Andere afspraken
Er zijn natuurlijk nog meer zaken die goed geregeld moeten worden in de pandakte. Bijvoorbeeld: wanneer mag de pandhouder de aandelen verkopen en wanneer eindigt het pandrecht. Wij helpen je graag om de afspraken goed en duidelijk vast te leggen. Neem voor vragen contact op met onze collega’s van de afdeling ondernemingsrecht. Wij helpen je graag!