DGA aanwijzen
Per 1 januari 2016 is de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder (DGA) 2016 in werking getreden. In verband met de inwerkingtreding van de Flex-BV per 1 oktober 2012 was het gewenst de oude regeling aan te passen. De aanpassing van de oude regeling is bedoeld om de bestaande praktijk te verduidelijken. En alleen waar nodig aan te passen in verband met wetgeving en jurisprudentie.
Regeling DGA in het kort
Wat houdt de regeling in? Er wordt bepaald welke statutaire bestuurders van vennootschappen voor de werknemersverzekeringen als DGA worden aangemerkt.
Heb je een arbeidsverhouding met de vennootschap? Dan sta je in principe onder gezag van de vennootschap en ben je ook ondergeschikt. Is er sprake van een dergelijke gezagsverhouding en ondergeschiktheid? Dan ben je premieplichtig voor de werknemersverzekeringen. Dan zijn de Ziektewet, Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering, Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en Werkloosheidswet van toepassing. Dit is alleen anders als je volgens de regeling als DGA wordt aangemerkt. Wordt je als DGA aangemerkt? Dan ben je niet premieplichtig voor de werknemersverzekeringen, maar heb je ook geen recht op een eventuele uitkering bij ontslag.
In de nieuwe regeling is het volgende duidelijker vastgelegd dat er geen sprake is van een reële gezagsverhouding als je als bestuurder zelf kunt besluiten over je ontslag. En daarom niet tegen je wil ontslagen kunt worden. Verkeer je als bestuurder niet in een ondergeschikte positie? Dan is er geen sprake van werknemerschap en verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen.
Wat wordt er verstaan onder de DGA in de nieuwe regeling
Onder DGA in de nieuwe regeling wordt verstaan de statutair bestuurder die:
- al dan niet samen met zijn echtgenoot, houder is van een zodanig aantal aandelen, dat hij, al dan niet samen met zijn echtgenoot, volgens de statuten van de vennootschap over zijn ontslag kan besluiten; of
- samen met zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, al dan niet samen met zijn echtgenoot, houder is van aandelen die ten minste twee derde van de stemmen vertegenwoordigen, zodat hij, samen met zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, al dan niet samen met zijn echtgenoot, over zijn ontslag kan besluiten;
- een zodanige zeggenschap heeft binnen de vennootschap door tussenkomst van een of meer rechtspersonen, waarvan hij bestuurder is, of door tussenkomst van vennootschappen waarvan hij aandelen houdt, dat hij hierdoor over zijn ontslag kan besluiten;
- behoort tot een groep van bestuurders die samen alle aandelen bezitten en alle aandeelhouders een gelijk of nagenoeg gelijk deel van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen (nevengeschiktheid).
Stemrecht
De nieuwe regeling bepaalt eenduidig dat voor het antwoord op de vraag of ten minste twee derde van het stemrecht op de aandelen binnen de familiekring wordt gehouden (bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad), het aandelenbezit van de bestuurder zelf ook in aanmerking moet wordt genomen. Volgens de Hoge Raad was dit onder de oude regeling niet het geval.
Meer flexibiliteit bij benoeming en ontslag bestuurders
Sinds de inwerkingtreding van de Flex-BV kun je in de statuten bepalen dat bestuurders niet worden benoemd en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders, maar door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding of ander orgaan binnen de vennootschap. Hierdoor ontstaat er meer flexibiliteit en kun je ervoor zorgen dat je als bestuurder wel of niet als DGA wordt aangemerkt. De nieuwe regeling verwijst daarom niet langer naar het stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Het verwijst naar de statutaire bepalingen omtrent ontslag van bestuurders. Dit betekent dat aandeelhoudersovereenkomsten met specifieke afspraken over benoeming en ontslag van bestuurders niets uitrichten.
Nevengeschiktheid
Als laatste is nieuw de voorwaarde dat het bij nevengeschiktheid moet gaan om bestuurders die gezamenlijk alle aandelen in de vennootschap bezitten en als aandeelhouders een gelijk of nagenoeg gelijk deel van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. Het is hierbij niet belangrijk welke rechten er aan de aandelen verbonden zijn. Of de aandeelhouders onderling verschillende stem- of winstrechten bezitten is dus niet belangrijk. Door de mogelijkheden van de huidige Flex wetgeving, biedt deze bepaling de ruimte om oplossingen te creëren. Met als gevolg waarvan een minderheidsaandeelhouder (in eerste instantie), die uiteraard wel statutair bestuurder moet zijn, onder de nieuwe regeling kan worden aangemerkt als DGA. En waarbij de rechten van een meerderheidsaandeelhouder (vrijwel) niet worden geschaad. Dit betekent ook dat oude oplossingen in de statuten met een maximaal aantal stemmen niet meer werken.
Conclusie
Maatwerk is dus belangrijk! Voor vragen of advies kun je contact opnemen met ons team ondernemingsrecht. Wij helpen je graag.