In Nederland ontvangen zo’n 428.000 mensen een bijstandsuitkering. Iemand heeft recht op een bijstandsuitkering als hij of zij onvoldoende inkomen of vermogen heeft om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien. Zodra iemand wel voldoende vermogen of inkomen heeft wordt de bijstandsuitkering stop gezet. Dit is het geval doordat iemand bijvoorbeeld weer aan het werk is of een erfenis of schenking ontvangt. Als achteraf blijkt dat iemand voldoende vermogen of inkomen had om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien wordt de betaalde bijstandsuitkering (deels) teruggevorderd.
“De gemeente stelde als voorwaarde bij de bijstandsuitkering van een zoon dat hij verplicht was aan de bewindvoerster een verzoek te doen om een toelage uit de erfenis van zijn moeder te ontvangen.”
Vanaf wanneer kan een bijstandsuitkering teruggevorderd worden?
Recentelijk hebben diverse rechtbanken uitspraken gedaan over mensen die een bijstandsuitkering hadden én vervolgens een erfenis ontvingen.
In april heeft de Centrale Raad van Beroep een uitspraak gedaan over een bijstandsgerechtigde die een geldsom had ontvangen van zijn oma. De kleinzoon kon dit geldbedrag pas 6 maanden na het overlijden van zijn oma opeisen. Hij heeft het geldbedrag 1,5 jaar na het overlijden van zijn oma op zijn rekening ontvangen. Toch heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald dat de aanspraak op dit geldbedrag al ontstaat op het tijdstip van het overlijden van zijn oma. De gemeente kon daarom de bijstandsuitkering die de kleinzoon had ontvangen terug vorderen tot het moment dat zijn oma overleed.
Bijstand en bewind over een erfenis
In juni heeft de rechtbank Limburg een uitspraak gedaan over een erfenis die een zoon van zijn moeder had ontvangen waarover een bewind was ingesteld. Door het bewind kon de zoon niet zelf beschikken over de erfenis. Volgens het testament mocht de bewindvoerster (onder meer) wel een betaling doen voor ‘naar het oordeel van de bewindvoerster gerechtvaardigde gronden’. De gemeente stelde vervolgens als voorwaarde bij de bijstandsuitkering van de zoon dat hij verplicht was aan de bewindvoerster een verzoek te doen om een toelage te ontvangen. Als de bewindvoerster dit zou weigeren, moest de zoon van de gemeente een procedure tegen haar starten om zodoende alsnog de toelage af te dwingen. De toelage had als doel om in het levensonderhoud van de zoon te voorzien. Alsdan zou een bijstandsuitkering niet meer nodig zijn. De bewindvoerster weigerde de toelage te betalen, omdat zij vond dat deze betaling in strijd zou zijn met de wensen (in het testament) van de moeder. De rechtbank oordeelde in dit geval echter dat de gemeente deze voorwaarde wel mocht opleggen aan de zoon en de bijstandsuitkering door de weigering stop mocht zetten.
Vragen?
Wil je iemand tot erfgenaam benoemen in je testament en ontvangt deze persoon een bijstandsuitkering? Laat je dan goed adviseren door je notaris. Ik informeer je graag over de gevolgen van je erfenis op een bijstandsuitkering.
Bron: Notamail 2 augustus 2019 nummer 173.