Euthanasie bij dementie
De laatste jaren zien we een enorme stijging in de vraag naar levenstestamenten. In een levenstestament kun je een zogenaamde medische paragraaf opnemen waarin je onder meer vastlegt dat je bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden euthanasie wenst, de zogenaamde euthanasieverklaring. Deze verklaring kan ook aangevuld worden met een zogenaamde dementieclausule, een clausule waarin je bepaalt dat als je in een bepaald stadium van je dementie bent euthanasie wenst.
Naar mijn mening kunnen dit soort clausules in een levenstestament slechts ondersteunend zijn en hoort deze wens vooral besproken te worden met je artsen. Ik adviseer om die reden altijd naast het eventueel opnemen van deze clausules in je levenstestament contact op te nemen met je eigen huisarts of behandelend specialist die hiervan aantekeningen kan maken in je medisch dossier en je wilsverklaring hierin ook kan opnemen. Op 20 april 2020 heeft de Hoge Raad over verschillende aspecten ten aanzien van euthanasie geoordeeld. Dit arrest draagt bij aan het verder richting geven hoe om te gaan met euthanasie aan artsen en het opstellen van wilsverklaringen.
“Naar mijn mening kunnen dit soort clausules in een levenstestament slechts ondersteunend zijn en hoort deze wens vooral besproken te worden met je artsen.”
Wat is de casus waarover de Hoge Raad moest oordelen in het kort?
Een patiënte hoort in oktober 2012 dat ze Alzheimer heeft. Ze stelt een schriftelijke verklaring op met daarin een euthanasieverzoek en dementieclausule. Deze verklaring stelt ze in de loop van de jaren steeds een beetje bij en heeft hierover ook regelmatig contact met haar arts die deze gesprekken ook in haar medisch dossier schrijft. Haar wens bespreekt ze ook veelvuldig met haar familie. In januari 2015 past ze de dementieclausule enigszins aan waarbij ze schrijft dat ze gebruik wil maken van het wettelijk recht om euthanasie toe te passen “wanneer ik daar zelf de tijd voor rijp acht”. De patiënte gaat eind 2015/begin 2016 hard achteruit en geconstateerd wordt dat ze niet langer wilsbekwaam is, ze is inmiddels opgenomen in een verpleeghuis. De verpleeghuisarts hoort dat er een wilsverklaring was en onderzoekt of het mogelijk is om op basis van deze verklaring euthanasie te plegen. Het dossier neemt ze door met andere (onafhankelijke) artsen en de medisch gevolmachtigden (echtgenoot en kind van patiënt). Op 22 april 2016 past de verpleeghuisarts euthanasie toe en meldt dit. De verpleeghuisarts krijgt naar aanleiding van deze euthanasie te maken met twee rechters namelijk de tuchtrechter en de strafrechter.
De tuchtrechter oordeelt dat de verpleeghuisarts niet aan alle zorgvuldigheidseisen van de Euthanasiewet had voldaan omdat onder andere twijfel was ten aanzien van de inhoud van de wilsverklaring en de uitingen van de patiënte en de arts krijgt daarvoor de maatregel van waarschuwing opgelegd. De strafrechter echter oordeelt dat de verpleeghuisarts van alle rechtsvervolging wordt ontslagen omdat de arts de actuele stervenswens niet hoefde te verifiëren omdat de patiënte dement was en volledig wilsonbekwaam.
Arrest Hoge Raad
In het belang van de wet wordt er cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De reden daarvoor is om de Hoge Raad in staat te stellen om richting te geven aan de rechtsontwikkeling over euthanasie.
De procureur generaal formuleert belangrijke rechtsvragen ten aanzien van euthanasieverklaringen en handelingen ten aanzien van euthanasie waarop de Hoge Raad op 20 april 2020 antwoorden geeft. Door deze antwoorden kan de praktijk verder bouwen en kunnen wij ook meer specifiek onze cliënten adviseren en informeren. In het kort gezegd, waarbij ik me realiseer dat ik tekort doe aan de volledige inhoud van het arrest, bevestigt de Hoge Raad dat euthanasie mag worden verleend aan patiënten met een vergevorderde dementie, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat de arts van de patiënt geen herbevestiging nodig heeft op het moment van het plegen van de euthanasie immers deze is wilsonbekwaam. Ook oordeelt de Hoge Raad dat een wilsverklaring niet eenduidig hoeft te zijn en dat een arts de ruimte heeft om deze verklaring te interpreteren en de omstandigheden van het geval te beoordelen.
Tips voor het opstellen van een wilsverklaring
- zorg dat de verklaring schriftelijk is, voorzien van naam en datum waarop je deze verklaring maakt;
- bespreek je wensen met je arts en laat je wilsverklaring opnemen in je medisch dossier;
- zorg dat je verklaring zo duidelijk mogelijk is en niet voor meer uitleg vatbaar is (een format kan behulpzaam zijn maar gebruik ook je eigen woorden);
- wijs een familielid of goede vriend aan als medisch gevolmachtigde en bespreek je medische wensen met deze persoon periodiek;
- actualiseer je wilsverklaringen regelmatig!
Vanzelfsprekend kunnen we je verder advies geven ten aanzien van de inhoud van de wilsverklaring en wat in jouw geval de best passende oplossing is.
Neem gerust contact met ons team Familierecht op, we denken graag met je mee!