Stel: je hebt samen met je partner een woning en jullie zijn niet getrouwd of als partner geregistreerd. Wat gebeurt er met jouw aandeel in de woning als je overlijdt? Moet je per se een testament maken om jouw aandeel aan jouw partner na te laten? Nee, je kunt ook een verblijvingsbeding opnemen in jullie samenlevingscontract.
Verblijvingsbeding
Met een verblijvingsbeding kun je regelen dat jullie gezamenlijke bezittingen na het overlijden van een van jullie toekomen aan de ander. Het verblijvingsbeding geldt dus alleen voor bezittingen waar jullie samen eigenaar van zijn, zoals de woning die op jullie beider namen staat. Jullie kunnen in het samenlevingscontract afspreken dat bepaalde spullen (zoals inboedel) van jullie samen zijn. Op grond van het verblijvingsbeding komen deze spullen bij overlijden dan ook toe aan de langstlevende partner. Als je iets wilt regelen voor privébezittingen moet je een testament maken of in jullie samenlevingscontract regelen dat de ander het recht heeft deze spullen over te nemen.
“Het verblijvingsbeding geldt dus alleen voor bezittingen waar jullie samen eigenaar van zijn, zoals de woning die op jullie beider namen staat.”
Spelregels
Bij het verblijvingsbeding kunnen jullie zelf de spelregels bepalen. Jullie kunnen bijvoorbeeld afspreken dat de langstlevende partner de schulden die zijn verbonden aan de gezamenlijke bezittingen voor zijn rekening moet nemen. Denk hierbij aan jullie hypotheekschuld. Na het overlijden zal de bank er wel akkoord mee moeten gaan dat de langstlevende partner de hypotheekschuld voortaan alleen betaalt.
Jullie kunnen ook afspreken dat de langstlevende partner de waarde van jouw aandeel in de gezamenlijke bezittingen moet betalen aan jouw erfgenamen. Jouw partner krijgt dan de mogelijkheid om jouw aandeel te “kopen”. Jouw erfgenamen moeten dit kooprecht accepteren. Je spreekt dit af als je wilt dat jouw erfgenamen (bijvoorbeeld de kinderen) kunnen meedelen in de (over)waarde van de gezamenlijke bezittingen.
Schenk- en erfbelasting
Het verblijvingsbeding wordt gezien als een kanscontract (je weet van tevoren niet wie als eerste zal overlijden). Het wordt daarom niet als schenking gezien, zodat jullie geen schenkbelasting hoeven te betalen. Nadat een van jullie is overleden, kan het wel zijn dat de langstlevende partner erfbelasting moet betalen over jouw aandeel in de (over)waarde van de gezamenlijke bezittingen. Dit is het geval als jullie als fiscaal partners voor de erfbelasting kwalificeren. Wanneer dat het geval is, kun je hier lezen.
“Ook als jullie al een testament hebben waarin je elkaar tot erfgenaam hebt benoemd, kan het verstandig zijn om een samenlevingscontract met verblijvingsbeding te maken.”
Testament vs. verblijvingsbeding in samenlevingscontract
Ook als jullie al een testament hebben waarin je elkaar tot erfgenaam hebt benoemd, kan het verstandig zijn om een samenlevingscontract met verblijvingsbeding te maken. Het samenlevingscontract, en dus ook het verblijvingsbeding, kan namelijk niet door een van jullie (eenzijdig) worden herroepen of gewijzigd, omdat het een overeenkomst is. Een testament kan wel eenzijdig worden herroepen omdat jullie beide jullie eigen testament hebben.
Ook fiscaal gezien kunnen er redenen zijn om een verblijvingsbeding op te nemen. Zolang jullie niet als partner kwalificeren voor de erfbelasting (en jullie ook geen familie zijn), hoeft de langstlevende partner namelijk geen erfbelasting te betalen over het deel wat hij op grond van het verblijvingsbeding krijgt.
Tot slot
Of het verstandig is om een verblijvingsbeding op te nemen in jullie samenlevingscontract en welke spelregels daarbij gelden, is afhankelijk van jullie situatie. Wij adviseren jullie hierbij graag, ook over de fiscale gevolgen. Neem dus gerust contact met ons op als jullie vragen hebben.