De maatregelen op het gebied van de bedrijfsopvolgingsregeling met ingang van 2025 en 2026
11 juni 2024
Eerder schreven wij deze blog over de aangekondigde maatregelen op het gebied van de bedrijfsopvolgingsregeling (“BOR”). Een aantal van deze plannen is inmiddels (in aangepaste vorm) wet geworden. In deze blog geven wij een update over deze wijzigingen, welke in werking zullen treden op 1 januari 2025.
Daarnaast zijn er op het gebied van de BOR een aantal aanvullende wetsvoorstellen ingediend, welke (als deze inderdaad ingevoerd worden) in werking zullen treden op 1 januari 2026. Ook over deze voorgestelde maatregelen geven we een update.
Wijzigingen met ingang van 1 januari 2025
In onze vorige blog hebben wij een aantal wijzigingen opgesomd. Deze zijn inmiddels (voor een deel in aangepaste vorm) wet geworden. Dit betreft de volgende wijzigingen:
- Verlaging vrijstellingspercentage voor de erf-en schenkbelasting van 83% naar 75% (boven 1,5 miljoen euro ondernemingsvermogen)
De vrijstelling in de BOR wordt vanaf 2025 100% van de goingconcern waarde van de onderneming tot 1,5 miljoen euro (nu: 1,2 miljoen euro) en 75% (nu: 83%) over het meerdere aan ondernemingsvermogen.
In het oorspronkelijke voorstel werd een percentage van 70% genoemd in plaats van 75%; dit is dus verhoogd met 5%. - Afschaffing van de 5% doelmatigheidsmarge (ongewijzigd)
Deze doelmatigheidsmarge houdt in dat bij BV’s beleggingsvermogen tot 5% van het ondernemingsvermogen wordt aangemerkt als ondernemingsvermogen. - Keuzevermogen alleen ondernemingsvermogen voor zover ook in de onderneming gebruikt (ongewijzigd)
Deze maatregel houdt in dat bedrijfsmiddelen die gemengd worden gebruikt slechts kwalificeren voor de BOR voor zover ze daadwerkelijk binnen de onderneming worden gebruikt.
Naast deze wijzigingen wordt ook een minimumleeftijd van 21 jaar ingevoerd voor de verkrijger bij schenking van aandelen voor de BOR.
Daarnaast is al per 1 januari 2024 een wijziging opgetreden op het gebied van verhuurd vastgoed. Hierdoor kwalificeren aan derden verhuurde onroerende zaken niet langer als ondernemingsvermogen voor de BOR. Aan derden verhuurd vastgoed zal dus als beleggingsvermogen belast worden.
De voorgestelde wijzigingen in onze vorige blog op punt 4 en 5 zijn niet in werking getreden per 1 januari 2025, maar zullen (waarschijnlijk) gelden per 1 januari 2026. Deze zullen we in de volgende paragraaf behandelen.
Voorgestelde wijzigingen met ingang van 1 januari 2026
De wetgever heeft naast de hiervoor bedoelde maatregelen een aantal aanvullende maatregelen op het gebied van de BOR aangekondigd. Deze maatregelen zijn in april en mei aangeboden voor internetconsultatie. Dit betreft allereerst de volgende voorgestelde wijzigingen die wij in onze vorige blog behandelden:
- Alleen BOR voor reguliere aandelen met een minimaal belang van 5%
De maatregel houdt in dat niet langer elk aanmerkelijk belang – hoe beperkt ook – in aanmerking komt voor de BOR, maar dat de toegang wordt beperkt tot gewone aandelen met een belang van 5% die volledig meedelen in de winstgerechtigdheid en de liquidatieopbrengst. De BOR blijft gelden voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging zijn uitgegeven en de verwateringsregeling blijft bestaan.Dit voorstel is gewijzigd, in de zin dat deze zogenoemde verwateringsregeling in de BOR is verruimd. De voorwaarde dat sprake moet zijn van een indirect belang van ‘ten minste 0,5%’ is vervallen voor bepaalde familiesituaties.Vervolgens is de BOR nog uitgebreid tot kleine aandelenbelangen (box-3 belangen), mits de schenker of erflater samen met (een zeer ruime kring van) familieleden van de eerste familiaire aandeelhouder een belang van ten minste 25% in een bedrijf houdt.
- Versoepelen van de bezits- en voortzettingseis, afschaffing dienstbetrekkingseis
De bezitseis en voortzettingseis bij de BOR kunnen in bepaalde situaties op gespannen voet staan met de bedrijfseconomische dynamiek, zoals wijziging in de activiteiten of herstructurering. Daarom wordt voorgesteld om de dienstbetrekkingseis in de BOR af te schaffen.Ook wordt voorgesteld om de voortzettingseis te verkorten van vijf naar drie jaar.
Daarnaast heeft de wetgever een aantal aanvullende wijzigingen voorgesteld. Dit betreft:
-
- Vergemakkelijken van herstructureringen tijdens de bezits- en de voortzettingsperiodeTijdens de bezitsperiode
Bij wijzigingen in de juridische structuur van de onderneming (bijvoorbeeld bij verhangingen en splitsingen of fusies, waarbij de gerechtigdheid van de aandeelhouder tot de onderneming materieel gezien niet wijzigt) vormt de bezitseis door de voorgestelde aanpassing op basis van de wet- en regelgeving in nog minder situaties dan nu het geval is, een belemmering.Wel blijft ook bij herstructureringen in de bezitsperiode het uitgangspunt dat het economische belang tot de over te dragen onderneming (subjectieve gerechtigdheid) niet mag toenemen. Dat wil zeggen: een toename van de subjectieve gerechtigdheid leidt (voor die toename) tot start van een nieuwe bezitstermijn.
Tijdens de voortzettingsperiode
Op basis van de huidige wet- en regelgeving is een herstructurering op indirect niveau (wijziging op het niveau van de deelnemingen) alleen mogelijk als deze via een gefaciliteerde fusie of splitsing verloopt.
Onder het voorgestelde uitgangspunt wordt het mogelijk om op indirect niveau via verkoop of een ruisende of geruisloze fusie of splitsing een herstructurering door te voeren. De subjectieve gerechtigdheid van de verkrijger mag niet wijzigen of afnemen en de holding waarvan de aandelen zijn verkregen (na toerekening) mag niet ophouden winst te genieten.De subjectieve gerechtigdheid van de verkrijger tot de overgedragen onderneming mag niet wijzigen of afnemen en de herstructurering moet tegen uitreiking van aandelen plaatsvinden. Dit geldt ook als deze verkoop aan een andere onderneming of ander lichaam van de verkrijger plaatsvindt. Bij elke herstructurering geldt dat de verkrijger geen contanten mag ontvangen. Het ontvangen van contanten is immers tegenstrijdig aan de bedoeling van de BOR, te weten dat de onderneming niet in gevaar mag komen door de betaling van schenk- of erfbelasting. Met de ontvangen contanten had de verkrijger immers de verschuldigde belasting kunnen betalen. - Aanpak constructies met rollatorinvestering BOR
Deze maatregel verlengt met ingang van 1 januari 2026 de bezitstermijn voor de BOR voor schenkers en erflaters op (zeer) hoge leeftijd, dus ruim boven de AOW-gerechtigde leeftijd. Een deel van het door deze leeftijdsgroep geschonken en nagelaten ondernemingsvermogen zal hiermee niet lang genoeg in bezit zijn geweest van de schenker of erflater om te voldoen aan de nieuwe langere bezitstermijn en daarmee niet voor de BOR kwalificeren. Hierdoor wordt die vermogensoverdracht zonder gehele of gedeeltelijke BOR-vrijstelling in de schenk- of erfbelasting belast. De maatregel is bedoeld om misbruik van de BOR-vrijstelling door schenkers en erflaters op (zeer) hoge leeftijd tegen te gaan doordat zij niet-kwalificerende vermogensbestanddelen omzetten in een onderneming voordat deze geschonken wordt. - Aanpak constructies met dubbele BOR
De maatregel is een antimisbruikbepaling voor alle situaties dat iemand een onderneming verkoopt en later weer met toepassing van de BOR erft of geschonken krijgt. De maatregel komt er in de kern op neer dat toepassing van de BOR wordt uitgesloten voor zover de onderneming eerder in bezit is geweest van de verkrijger en wel tot maximaal het bedrag van de verkoopsom van de verkochte onderneming. Hierdoor zal men naar verwachting afzien van het opzetten van een dubbel-BOR constructie. Het klassieke voorbeeld van een dubbel-BOR constructie is dat ondernemingsvermogen dat al via de BOR is geschonken, teruggekocht wordt met vermogen dat niet kwalificeert voor de BOR en na de bezits- en voortzettingsperiode opnieuw wordt geschonken of nagelaten via de BOR. - Salderen waarde TBS-pand met de schuld
Deze maatregel zorgt ervoor dat bij het bepalen van de hoogte van de BOR-vrijstelling niet langer wordt uitgegaan van de waarde van het ter beschikking gestelde pand aan de “eigen” bv ten behoeve van de onderneming in die bv, maar van het saldo van de waarde van het pand en een eventuele schuld die op het pand rust.
Benieuwd naar de voorgestelde wettekst en achtergrond van deze voorgestelde wijzigingen? Deze kun je hier vinden. Of meer informatie over openhaardhout is ook te vinden.
Contact
Heb je vragen over deze blog of over bedrijfsopvolging in het algemeen? Neem dan gerust contact op met ons op. We helpen je graag verder.
- Vergemakkelijken van herstructureringen tijdens de bezits- en de voortzettingsperiodeTijdens de bezitsperiode