Let als bestuurder op je benoemingsduur!
17 juni 2020
Bij verenigingen en stichtingen is vaak een regeling in de statuten opgenomen over de benoemingstermijn van bestuurders. De bestuursleden worden benoemd voor een bepaalde termijn, met wel of geen mogelijkheid tot herbenoeming. Het komt in de praktijk geregeld voor dat de zittingstermijn van een bestuurder verstrijkt en er geen herbenoeming plaatsvindt. En dat terwijl deze bestuurder zich wel blijft gedragen als bestuurder. Dit kan tot gevolg hebben dat het bestuur geen geldige besluiten kan nemen. De rechtbank Den Haag heeft recentelijk uitspraak gedaan in een zaak waar dit speelde.
Wat speelde er?
In deze zaak is tussen een moskeevereniging (“de vereniging”) en een van haar leden (“X”) onenigheid ontstaan. Volgens het bestuur zaaide X onenigheid onder de leden en respecteerde X de besluiten van de vereniging niet. Het bestuur heeft daarom in 2018 besloten om X te schorsen. Hierop is X naar de rechter gestapt.
X meent dat het bestuur van de vereniging niet op de juiste wijze is benoemd en dat de statutaire regels voor het bijeenroepen van de algemene vergadering niet zijn gevolgd. Hierdoor heeft het bestuur geen rechtsgeldige besluiten kunnen nemen. Niet alleen ten aanzien van zijn schorsing, maar ook niet ten aanzien van een statutenwijziging die dat jaar heeft plaatsgevonden.
“Volgens de statuten moet een bestuurder uiterlijk twee jaar na zijn benoeming aftreden.”
Oordeel rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de statuten van de vereniging specifieke regels en voorwaarden bevatten met betrekking tot de totstandkoming van het besluit tot (her)benoeming van bestuurders.
Volgens de statuten moet een bestuurder uiterlijk twee jaar na zijn benoeming aftreden. De vereniging kon niet exact aangeven op welke datum de huidige bestuursleden in functie waren getreden, maar gaf wel aan dat ze alle zeven tegelijk waren benoemd.
Uit een schriftelijk stuk blijkt dat twee bestuurders in juni 2015 ten overstaan van de notaris hebben verklaard te handelen als vertegenwoordigingsbevoegd bestuurders van de vereniging. De rechtbank gaat er daardoor vanuit dat het gehele bestuur in ieder geval vanaf juni 2015 in functie was, waardoor de bestuurstermijn al in juni 2017 was verstreken. Na dat moment waren de zeven bestuurders geen bestuurders meer. De besluiten tot het bijeenroepen van de algemene vergaderingen zijn hierdoor niet door het bestuur genomen. Aan de vergaderingen heeft dus geen geldig besluit tot bijeenroeping ten grondslag gelegen, waardoor de vergaderingen niet kunnen gelden als een algemene ledenvergadering.
De besluiten die in deze vergadering zijn genomen, zijn daardoor niet geldig.
De rechtbank verklaart het besluit tot statutenwijziging en het besluit tot schorsing van X nietig.
Conclusie
Deze uitspraak laat zien dat het belangrijk is om de benoemingsduur van de bestuursleden goed in de gaten te houden en tijdig voor herbenoeming dan wel de benoeming van nieuwe bestuursleden zorg te dragen.
Vragen?
Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen? Neem gerust contact op met ons team ondernemingsrecht.
Bron: Notamail 3 maart 2020 en rechtbank Den Haag 19 februari 2020 (RBDHA:2020:1528)